NEW BALLS, PLEASEBALLEN
KIDS
Bij iedere thuiswedstrijd van Dames 1 of Heren 1 staan ze langs het veld: de ballenjongens en -meisjes van Were Di. Dit is vanuit de KNHB verplicht voor alle verenigingen die in de hoofd-, promotie- of overgangsklasse spelen. In weer en wind zorgen de ballenjongens en -meisjes ervoor dat de wedstrijden in hoog tempo gespeeld kunnen worden.
Op cruciale momenten kunnen ze zelfs de wedstrijd maken door snel de bal klaar te leggen voor een handige pass waardoor het gelijkmakende of winnende doelpunt gescoord kan worden! Alle kinderen in de C-lijn worden ingedeeld om ballenkids te zijn. Elk kind komt ongeveer 1 a 2 keer per seizoen aan de beurt. Het wordt geregeld door de managers en/of aanvoerders van Dames 1 en Heren 1.
Ben jij binnenkort ballenkid? Lees dan vooraf de instructies onderaan deze pagina.
Instructies Ballenkids Vóór en ná de wedstrijd
- Voor Dames 1 om 12.:15 uur en voor Heren 1 om 14:15 uur melden bij de bestuurskamer in het paviljoen voor uitreiking bodywarmers, twee ballen en muntjes voor een gratis drankje
- Lange zwarte buis (ligt tegen het hek) met z’n allen op middellijn leggen
- De ballen, die tijdens het inspelen over de zwarte buis heen gaan, aan betreffende team teruggeven
- Tijdens het inspelen alvast met elkaar afspreken wie waar gaat staan tijdens de wedstrijd
- Lange zwarte buis op tijd (als teams ballen gaan verzamelen) terugleggen, dicht tegen het hek aan
- Daarna zo snel mogelijk de afgesproken posities innemen
- Na de wedstrijd twee ballen terugleggen in blauwe ballenbak bij dug-out van H1 of D1
- Bodywarmers bij de dug-out van H1 of D1 terug leggen Tijdens de wedstrijd
- Let goed op het spel en de scheidsrechters
- Door goed te kijken naar wat de scheidsrechters aangeven, kan de bal op de juiste plaats gelegd worden
- Rol alleen een bal in het veld, als de bal aan jouw kant uit het veld is gegaan
- Rol pas een bal in het veld, als de andere bal helemaal uit het veld is
- Laat je niet beïnvloeden door roepende spelers
- Leg de ballen voor een inslag (bal over de zijlijn) en lange corner op de juiste plaats neer
- Rol de bal pas terug naar een ander ballenkind, als het spel niet meer in de buurt is, en altijd buiten de lijnen -- nooit door het speelveld!
- Praat niet met het publiek (je vriendjes, vriendinnetjes, ouders). Je kunt dan minder het spelen volgen; je staat er voor de spelers en niet voor jezelf! Ook loop je kans dat een bal, stick of speler of de scheidsrechter tegen je aanloopt als je een andere kant op staat te kijken
- Neem geen hockeystick mee het veld op. Hang of zet ‘m buiten het hek, nooit erbinnen (het gebeurt best vaak, dat er een harde bal langs het hek schiet en dan kan die bal of je stick in allerlei richtingen wegschieten)
- Hang niet tegen de boarding of het hek aan. Wanneer je rechtop staat op ongeveer een meter van de lijn af, ben je meer met het spel bezig (let wel op dat je niet in de weg staat bij bv. een inslag)
- Leg je extra ballen nooit op de grond. Zelfs al is het buiten de lijnen (het is verwarrend voor de spelers en de scheidsrechters, als er meerdere ballen in en rond het veld liggen)
- Als je niets hoeft te doen, is je plek ter hoogte van de 23m lijn of op de middenlijn. Blijf niet hangen op andere plekken (daar verwachten de spelers en de scheidsrechters je niet